Bedrijven gebruiken dagelijks gegevensstroomdiagrammen voor het analyseren van bestaande systemen, om te zien waar knelpunten bestaan en om nieuwe bedrijfsprocessen te creëren. Een gegevensstroomdiagram (data flow diagram, DFD) illustreert de stroom en de transformatie van gegevens voor een bepaald bedrijfsproces. Het is een visuele weergave van de manier waarop gegevens door een systeem stromen, zodat u duidelijk kunt zien waar de gegevens vandaan komen, waar ze naartoe gaan en hoe ze worden opgeslagen. Ontdek hoe u in Lucidchart een DFD kunt maken in slechts 10 stappen.
Dit artikel leest u in 7 minuten
Wilt u een eigen DFD maken? Probeer Lucidchart. Het is snel, eenvoudig en volledig gratis.
Elementen van een gegevensstroomdiagram
Om te beginnen moet u een contextdiagram maken (ook wel niveau 0 genoemd), dat het gehele systeem voorstelt. Het biedt een soort overzicht in vogelvlucht dat iedereen, van technici tot klanten en managers, kan bekijken om te zien hoe een proces werkt. Nadat u een DFD heeft gemaakt, kunt u niveaus toevoegen die meer informatie over een proces bevatten. U kunt nieuwe lagen aan het DFD blijven toevoegen, maar het is beter om ze tot een minimum te beperken. Meer informatie over gegevensstroomdiagrammen vindt u in onze gids hier.
Er zijn standaardsymbolen voor gegevensstroomdiagrammen die gebruikt worden voor verschillende delen van het systeem. Zo gebruikt u de ene vorm voor een externe entiteit en een andere vorm voor een proces. Meer informatie over symbolen in gegevensstroomdiagrammen vindt u in onze gids hier. Dit zijn de symbolen die u moet gebruiken om een DFD te maken:
Processenworden weergegeven door een cirkel of vierkant met een horizontale lijn er overheen. Een proces is een bedrijfsactiviteit waarbij de manipulatie en de transformatie van gegevens plaatsvindt. Er gebeurt iets met de gegevens tijdens een proces. | |
Pijlengeven aan hoe de gegevens stromen. Gebruik het type gegevens dat door het systeem stroomt als de naam van de pijl. | |
Externe entiteitwordt weergegeven als een vierkant. Een externe entiteit kan een persoon, een systeem of een applicatie zijn. Dit is waar de gegevens beginnen of eindigen. | |
Datastoreszijn rechthoeken (soms loopt er een verticale lijn over het symbool) die laten zien waar vereiste of geproduceerde gegevens met betrekking tot het proces worden opgeslagen. |
Wilt u een eigen DFD maken? Probeer Lucidchart. Het is snel, eenvoudig en volledig gratis.
Maak een DFD10 eenvoudige stappen om online een gegevensstroomdiagram te tekenen met Lucidchart
Nu u weet waar een gegevensstroomdiagram uit bestaat, gaan we kijken hoe gemakkelijk het is om er een te maken met onze krachtige online tool. We hebben heel veel sjablonen om als uitgangspunt te gebruiken. In deze instructie gaan we een DFD van niveau 0 maken voor een online winkelervaring. Log in op uw account (heeft u er nog geen, meld u dan aan om Lucidchart een week gratis te proberen) en volg onderstaande stappen om een DFD te maken.
1. Kies een sjabloon voor gegevensstroomdiagrammen
Klik bij Documenten op de oranje knop "+Documenten" en dubbelklik op het diagram Leeg ERD & Gegevensstroom.
2. Geef het gegevensstroomdiagram een naam
Klik op het kopje Leeg ERD & Gegevensstroom in de linkerbovenhoek van het scherm. Er verschijnt een pop-upvenster. Typ de naam van uw diagram in het tekstvak en klik op OK. In de linkerbovenhoek van het scherm verschijnt de naam van uw DFD.
3. Voeg een externe entiteit toe die het proces start
In de linkerkolom van het scherm ziet u een groot aantal vormen en symbolen. De vier symbolen die u nodig heeft om een DFD te maken, hebben we al gecreëerd. U kunt ook afbeeldingen aan het diagram toevoegen. Blader door de lijst met symbolen tot u onderaan het kopje Gegevensstroom ziet.
Dit zijn alle DFD-symbolen die u nodig heeft. (Opmerking: beweeg de muis over elke vorm om te zien wat die voorstelt: proces, datastore, gegevensstroom en externe entiteit). We hebben symbolen voor de methoden Yourdon en Coad, Yourdon en DeMarco, en Gane en Sarson. Klik op Externe entiteit, houd de muisknop ingedrukt en sleep de entiteit naar de werkruimte.
Klik op de gemarkeerde tekst in het vak en typ de naam van de externe entiteit. In ons voorbeeld typen we “klant”. U kunt de gebogen pijl in de linkerbovenhoek van het vierkant gebruiken om het symbool te draaien. Als u een symbool wilt verwijderen, klikt u erop en drukt u op de Delete-toets op uw toetsenbord.
4. Voeg een proces toe aan het DFD
Klik op een processymbool, houd de muisknop ingedrukt en sleep het naar de gewenste plek in de werkruimte. Typ de naam van het proces in. We noemen dit proces “product toevoegen aan winkelwagen”.
5. Voeg een datastore toe aan het diagram
Klik op een datastoresymbool, houd de muisknop ingedrukt en sleep het naar de gewenste plek in de werkruimte. Typ de naam van de datastore in. We noemen de onze “winkelwagen”.
6 Voeg meer onderdelen toe aan het DFD
Sleep de juiste symbolen naar het diagram om alle externe entiteiten, processen en datastores toe te voegen. U kunt symbolen verplaatsen door erop te klikken, de muisknop vast te houden en ze naar een nieuwe locatie te slepen. Klik op een symbool om de grootte aan te passen, klik vervolgens op het blauwe hokje in een van de hoeken, houd de muisknop ingedrukt en sleep het hokje om de vorm groter of kleiner te maken. Gebruik de achtergrond als leidraad voor het uitlijnen en meten.
7. Voeg een gegevensstroom toe aan het DFD
Dubbelklik op een entiteit, proces of datastore, klik daarna op een van de oranje cirkels en houd deze vast. Sleep de lijn naar het juiste symbool.